-
1 bouton
bouton [boetõ]〈m.〉7 insigne♦voorbeelden:bouton de rose • rozenbottelen bouton • in de knopm1) knoop2) knop3) puistje -
2 bord
bord [bor]〈m.〉1 rand ⇒ kant, oever, zoom♦voorbeelden:1 le bord de la mer • het (zee)strand, de kustle bord de la rivière • de rivieroeverle bord de la route • de kant van de weg, wegbermle bord d'un vêtement • de zoom van een kledingstukà pleins bords • overvloedig, volopà ras bord • tot aan de rand gevuldêtre au bord de • heel dicht bij zijn, op het punt staan van, om teêtre au bord de l'aveu • bijna bekennenau bord de la mer • aan zeeêtre au bord de la tombe • met één been in het graf staansur les bords • een beetje, lichtelijkbord au vent • loefzijdebord sous le vent • lijzijdem1) rand, kant2) oever, berm3) zoom [kleding]4) boord [schip] -
3 dos
dos [doo]〈m.〉♦voorbeelden:en dos d'âne • zadelvormig, aan twee zijden afhellendpont en dos d'âne • boogbrugson travail a bon dos • zijn werk is een gemakkelijke uitvluchtfaire le gros dos • een hoge rug opzetten 〈 van kat〉; 〈 figuurlijk〉zich bukken, in elkaar duiken 〈 als men een standje krijgt〉il est large de dos • hij heeft een brede rug〈figuurlijk; informeel〉 en avoir plein le dos • z'n buik ervan vol hebben, er van balen〈 figuurlijk〉 courber, ployer le dos • door de knieën gaan, zich gewonnen gevenmettre, renvoyer dos à dos deux personnes • noch de een noch de ander in het gelijk stellen〈 figuurlijk〉 poignarder qn. dans le dos • iemand op verraderlijke, geniepige wijze aanvallendès qu'elle eut le dos tourné • zodra zij zich had omgedraaidtourner le dos à qn., à qc. • iemand, iets de rug toekeren 〈 ook figuurlijk〉dos à dos • rug-aan-rugêtre le dos au mur • met de rug tegen de muur staanavoir dans le dos • achter zich hebbenporter les cheveux dans le dos • het haar los op de rug dragensentir qn. dans son dos • voelen dat iemand achter je staatregarder qn. de dos • iemand op de rug kijken〈 figuurlijk〉 avoir qc., qn. sur son dos • voortdurend door iets, iemand lastig gevallen wordenêtre toujours sur le dos de qn. • iemand voortdurend op de vingers kijkense mettre un pull sur le dos • een trui aantrekkentaper sur le dos de qn. • kwaadspreken over iemandtomber sur le dos de qn. • iemand op z'n nek springen; 〈 figuurlijk〉onverwachts bij iemand binnenvallen, iemand tot last zijnm1) rug2) achterzijde, onderkant -
4 retourner
retourner [rətoernee]♦voorbeelden:retourner à son propos • de draad (van een verhaal) hervattenretourner sur • terugkomen opII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 van mening, houding doen veranderen♦voorbeelden:retourner la salade • de sla omroerenretourner la terre • de grond omspittenretourner la tête • omkijkenretourner un vêtement • een kledingstuk kerentourner et retourner un projet • een plan van alle kanten bekijken→ veste2 omkijken♦voorbeelden:s'en retourner • terugkerens'en retourner comme on est venu • onverrichter zake vertrekkense retourner sur le dos • zich op zijn rug draaiense retourner contre • zich keren tegen→ crêpe1. v1) terugkeren2) weer gaan5) omdraaien8) richten [wapen]9) terugsturen2. se retournerv1) zich omkeren2) omkijken -
5 derrière
derrière1 [derjer]〈m.〉2 achterste ⇒ achterwerk, zitvlak♦voorbeelden:se torcher le derrière • zijn billen afvegen————————derrière2 [derjer]〈voorzetsel; ook bijwoord〉1 achter♦voorbeelden:il faut toujours être derrière eux • je moet altijd op ze lettenmettre un vêtement sens devant derrière • een kledingstuk achterstevoren aantrekkende derrière • van achterpar derrière • achterlangsattaquer qn. par derrière • iemand in de rug aanvallen1. m1) achterkant, achterzijde2) achterwerk, zitvlak2. derrièresm pl3. advachteraan, erachter4. prép -
6 mettable
mettable [mettaabl]♦voorbeelden:adjdraagbaar, toonbaar [kleding] -
7 retirer
retirer [rətieree]1 opnieuw trekken, schieten♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 afnemen ⇒ ontnemen, intrekken3 halen (uit, van)♦voorbeelden:♦voorbeelden:se retirer des affaires • zijn zaken aan kant doen, stil gaan leven1. v1) opnieuw trekken/schieten2) terugtrekken3) intrekken4) afnemen, ontnemen5) uitdoen [kleding]6) halen (uit)7) hebben, maken, behalen2. se retirerv1) weggaan3) teruglopen [zee]4) krimpen -
8 réessayer
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский